Bewuste benadeling Belastingdienst is onbehoorlijk bestuur

Het hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt na verwijzing door de Hoge Raad dat de fiscus aannemelijk maakt dat de bestuurder van een bv bewust ervoor heeft gekozen om concurrente crediteuren van de bv wel en de Belastingdienst niet te betalen. De Belastingdienst had de bestuurder van de bv aansprakelijk gesteld voor de belasting- en premieschulden van deze bv. Rechtbank Breda oordeelt dat sprake is van kennelijk onbehoorlijk bestuur.
De bestuurder kiest er namelijk bewust voor om alleen de Belastingdienst niet te betalen en deze aldus te benadelen. Vanwege deze structurele benadeling is de bestuurder terecht aansprakelijk gesteld.

Hof Den Bosch overweegt in hoger beroep slechts dat de rechtbank op goede gronden een juiste beslissing heeft genomen. De Hoge Raad (24 februari 2012, nr. 10/05089) oordeelt echter dat het hof had moeten onderzoeken of de bestuurder wist of redelijkerwijs had moeten begrijpen dat zijn handelwijze tot gevolg zou hebben dat belasting- en premieschulden van de bv onbetaald zouden blijven. Volgt verwijzing.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de ontvanger aannemelijk maakt dat de bestuurder bewust ervoor heeft gekozen om concurrente crediteuren wel en de Belastingdienst niet te betalen. De bestuurder wist of had redelijkerwijs moeten begrijpen dat door deze betalingen de financiële situatie van de bv zodanig verslechterde dat daardoor de belastingschulden noch binnen de daartoe gestelde termijn noch nadien zouden kunnen worden betaald. Het niet betalen van de belastingschulden door de bv is dus te wijten aan kennelijk onbehoorlijk bestuur van de bestuurder. Het hoger beroep van de bestuurder is ongegrond.

•Gerechtshof Arnhem, LJN BZ3580, 26 februari 2013