Gisteren heeft het kabinet samen met D66, ChristenUnie, SGP en de coalitiepartijen een akkoord bereikt over de woningmarkt en de bouwsector. Het pakket omvat maatregelen die de bouw en daarmee de werkgelegenheid moeten stimuleren, energiebesparing moeten bevorderen, starters moeten helpen en het zogenoemde ‘scheefwonen’ moeten tegengaan.
Enkele maatregelen hebben duidelijke fiscale consequenties.Dit betreft in de eerste plaats de renteaftrek ter zake van eigenwoningschulden. Conform het Belastingplan 2013 moeten leningen in maximaal 360 maanden volgens een annuïteitenschema worden afgelost om voor renteaftrek in aanmerking te komen. In het kader van de maximumbedragen die huizenbezitters kunnen lenen, komt er wel een versoepeling. Naast de hypotheek kan een tweede lening worden afgesloten tot 50% van de waarde van de woning; de maximale looptijd van deze lening is 35 jaar. Van belang is te weten dat de rente die ter zake van deze tweede lening is verschuldigd, fiscaal niet aftrekbaar zal zijn.
Een tweede belangrijke maatregel is het opnieuw van toepassing verklaren van het verlaagde btw-tarief voor verbouwingen en renovatiewerken in de periode van 1 maart 2013 tot 1 maart 2014. Op dit moment is niet duidelijk of deze maatregel uitsluitend ziet op onderhoud en renovatie van woningen, zoals het geval was in de periode van 1 oktober 2010 tot en met 1 oktober 2011, of dat het ook andere gebouwen kan betreffen. In de brief van Minister Blok (Wonen en Rijksdienst) aan de Tweede Kamer van 13 februari 2013 wordt gesproken over ‘bestaande bouw’, en strikt genomen omvat dit meer dan alleen woningen. Hoewel nog niet zeker, verwachten wij dat de standpunten die door de Belastingdienst zijn ingenomen over de toepassing van het verlaagde btw-tarief in het vraag en antwoordbesluit van 1 november 2010 ook zullen gelden voor de nieuwe periode waarin de maatregel geldt.
Het akkoord wordt nog uitgewerkt in nadere wet- en regelgeving.