Afkoop en Rivisierente

Hebt u een afkoopsom die in 2016 hoger is dan € 4.303 (in 2015 € 4.281)? Dan moet u over deze afkoopsom inkomstenbelasting en revisierente betalen. Op de afkoopsom houdt de verzekeraar, bank of beheerder van een beleggingsinstelling loonheffing in volgens een vast tarief van 52%. U vindt het bedrag van de afkoopsom en van de ingehouden loonheffing op de jaaropgaaf van uw verzekeraar, bank of beheerder van een beleggingsinstelling. De ingehouden loonheffing verrekent u in uw aangifte inkomstenbelasting.

In de volgende situaties hebt u achteraf gezien te weinig belasting betaald en moet u revisierente betalen:

  • U hebt uw lijfrenteverzekering deels of volledig afgekocht.
  • U hebt het tegoed op uw lijfrentespaarrekening of lijfrentebeleggingsrecht deels of volledig opgenomen.
  • Uw lijfrente voldeed niet meer aan de voorwaarden.
  • U hebt uw pensioenrecht deels of volledig afgekocht.

U moet de verschuldigde revisierente aangeven in uw aangifte inkomstenbelasting.

Waarover revisierente betalen?

U betaalt revisierente over:

  • de afkoopsom van een lijfrenteverzekering of het opgenomen tegoed van een lijfrentespaarrekening of lijfrentebeleggingsrecht
  • de waarde van een lijfrenteverzekering of een lijfrentespaarrekening die u schenkt, beleent, verkoopt of verpandt
  • de afkoopsom van een pensioenrecht

De verschuldigde revisierente is 20% van:

Hoeveel revisierente u moet betalen, berekent u met de Rekenhulp Revisierente.

Hebt u in 2013 of eerder een stamrecht afgekocht? Dan betaalt u over de afkoopsom van dat stamrecht wel revisierente. Vanaf 1 januari 2014 betaalt u geen revisierente meer over de afkoopsom van een stamrecht.

Waarde bij afkoop

Bij afkoop is de waarde in het economisch verkeer gelijk aan het bedrag van de afkoopsom. De verschuldigde revisierente is 20% van het bedrag dat u in uw aangifte inkomstenbelasting moet opgeven als belaste afkoopsom of als belaste opname van het tegoed. Daarbij wordt ook rekening gehouden met niet-afgetrokken premies of niet-afgetrokken stortingen.

Berekening revisierente bij afkoop binnen 10 jaar

Hebt u een lijfrente (lijfrenteverzekering, lijfrentespaarrekening of lijfrentebeleggingsrecht) afgekocht binnen 10 jaar na 31 december van het jaar waarin u deze hebt afgesloten? Dan kunt u gebruikmaken van de tegenbewijsregeling. Hierbij berekent u de revisierente op een andere manier. Dit kan voor u voordeliger zijn. Of dit zo is, berekent u met de Rekenhulp Revisierente.

Voorbeeld

U hebt een lijfrente afgesloten op 1 januari 2005. U hebt deze in 2015 afgekocht. Dat is vóór 1 januari 2016, dus binnen 10 jaar na 31 december 2005. U kunt gebruikmaken van de tegenbewijsregeling.

Geen revisierente betalen

U hoeft geen revisierente te betalen als u aan de volgende 2 voorwaarden voldoet:

  • U laat de volledige waarde van een lijfrenteverzekering, lijfrentespaarrekening of lijfrentebeleggingsrecht in 1 keer uitbetalen en die waarde is in 2016 € 4.303 (in 2015 € 4.281) of minder. Tel de waarde mee van alle lijfrenten bij dezelfde instelling waarvan u nog geen uitkering hebt gehad.
  • Er zijn eerder geen termijnen van deze lijfrenteverzekering uitgekeerd of tegoeden van deze lijfrentespaarrekening of dit lijfrentebeleggingsrecht gedeblokkeerd.

U betaalt ook geen revisierente als u:

  • de lijfrenteverzekering hebt afgesloten vóór 16 oktober 1990
  • de lijfrenteverzekering hebt afgesloten na 15 oktober 1990 en u na 1991 geen premies meer hebt betaald voor deze verzekering
  • (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt bent en uw lijfrente (gedeeltelijk) afkoopt

Afkoop van een klein pensioen

U hoeft geen revisierente te betalen over de afkoopsom van een klein pensioen als aan de volgende 2 voorwaarden wordt voldaan:

  • Het pensioen is in 2016 niet meer dan € 465,94 (in 2015 € 462,88) per jaar.
  • De afkoopsom wordt uitgekeerd op grond van de Pensioenwet.

Deze regeling geldt per pensioenmaatschappij.